Vertaal
Vertalingen casser en morceaux FR>NL
casser en morceaux (ww.) inslaan (ww.) ; kapotslaan (ww.) ; stukslaan (ww.) ; verbrijzelen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `casser en morceaux`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: mettre en morceaux